Primera semana en la cordillera blanca

De tot voor kort “jongste telgjes” van MC6 zijn aan hun eerste zelfstandige expeditie in het Peruviaanse Cordillera Blanca begonnen! Met negen dagen in de Ishincavallei is de acclimatisatietocht succesvol afgerond. Urus Este, Ishinca en Tocllaraju werden overwonnen – zij het niet steeds door iedereen – en de jongvolwassenen maken zich klaar voor een nieuwe vallei.

La Cordillera Blanca in Peru, de eerste zelfstandige expeditie van de jong-alumni van Mount Coach 6: Andreas, Jozua, Maarten, Matty en Roel. Zelfstandig mag je zelfs heel letterlijk nemen, want dat concept van “eerste expeditie” ondernemen zij als eerste Mount Coach lichting zonder Pater Familias Sanne. Stress! Paniek! Alarm! Aaaaaah! Maar anderzijds ook “ons eigen goesting doen”, een interessante combinatie!

¿Dónde está mi equipaje?

De reis begon al met een lichte frustratie. Aangekomen in Lima gaan we richting de luggage claim. Tas 1, 2, 3, tot en met 9 gaat het goed. Maar waar blijft die 10de tas? Toch niet verdwenen op een van de luchthavens? Jawel hoor… De tiende tas blijkt verdwenen… En laat dat nu net de tas met het klimmateriaal zijn van degene die het er moeilijk mee heeft als iets niet volgens planning verloopt: ikzelf.

Rustig in- en uitademen, enkele mailtjes naar British Airlines, een intense SMS-relatie met mijn ondertussen beste vriendin Alejandra in de luchthaven van Lima en ja hoor: vier dagen later komt de tas eindelijk richting Huaraz! Het avontuur kan beginnen!

Deze “burro” is klaar om met ons zware klimmateriaal richting de vallei te stappen.

Acclimatisatie in Quebrada Ishinca

Onze eerste uitstap wordt een tocht naar, door en rond de Ishincavallei. Op de uiteindelijke planning: Urus Este (5032m), Ishinca (5530m) en onze eerste 6000’er: Tocllaraju (6030m)

De aanloop naar basecamp op 4350m nekt Matty die door deze hoogte bij aankomst ganz schlech is – zoals onze Limburger het zo mooi kan verwoorden – maar gelukkig is hij er de dag nadien volledig bovenop. We vullen onze rustdag in met een bezoek aan de gedenksteen aan de voet van Tocllaraju. (Lees hierover meer.) Een stil moment voor ons allen, dat ons ingetogen laat stilstaan bij de gevaren die onze prachtige sport inhoudt.

Een moment stilstaan bij de risico’s van onze passie.

Urus Este (5032m)

De dag nadien is onze eerste 5000-piek aan de beurt. Bij het opstaan blijkt echter de volgende zijn slag van de hoogte te hebben gekregen: Andreas raakt door scherpe hoofdpijn zijn slaapzak niet uit. We vangen de tocht met vier aan, aanschouwen na een niet al te moeilijke tocht het uitzicht en dalen terug af naar basecamp, waar we allen met wat draaierigheid en hoofdpijn beseffen dat de grootste uitdaging in deze eerste trip wel eens de hoogteziekte zou kunnen zijn.

Afdaling vanop de Urus Este.

Ishinca (5530m)

Onze tweede piek vangen we gelukkig wel met zijn allen aan! Iedereen is er volledig bovenop, en ik verzwijg de lichte hoofdpijn die ik bij het opstaan ervaar. Slecht idee, zo blijkt, want dat mijn hoofd enkele uren later haast ontploft, maakt de tocht toch wat minder vrolijk. Geef daarbij nog dat mijn buik meer en meer rare geluiden maakt, en een angstige flashback naar het verhaal van vervuild water, parasieten en hevige diarree dat een Amerikaan ons eerder die week vertelde, flitst voorbij. Koppig, gestaag maar iets trager zetten we de tocht voort en staan we met zijn allen op deze eerste gezamenlijke 5000-piek. We genieten van het uitzicht en bestuderen ons oorspronkelijk geplande project: Ranrapalca (6162m) en besluiten dat we onze pijlen toch op de normaalroute van Tocllaraju zullen richten.

De laatste lengtes richting de top van Ishinca worden steiler en steiler.

Tocllaraju (6030m)

De Amerikaan bleek een wijs voorspeller… Na Ishinca krijg ik geen hap meer binnen, en dat waar ik mezelf toch toe dwing, komt er in vloeibare versie razendsnel terug uit. Genoeg details.

De dag nadien plannen we ‘s namiddags richting High Camp van de Tocllaraju te trekken. Een nachtje daar slapen, ‘s ochtends vroeg de normaalroute aanvangen, nog een nachtje slapen en als alles goed gaat, zelfs de westelijke route ondernemen. Ik, nog steeds niets gegeten en steeds minder kleur en voedingstoffen bevattend, besluit de tocht mee aan te vangen in de hoop dat alles magischerwijs toch goed komt. Met mee naar High Camp trekken, doe ik niets mis, toch? Het blijkt ook effectief het enige te zijn waar ik die trip nog toe in staat ben. We kruipen met vijf in een tweepersonententje en ‘s morgens zie ik mijn kompanen vroeg aan de route beginnen. Ikzelf blijf achter, groen van ziekte en het balen.

De avond voor de klim lijkt de Tocllaraju er rustig klaar voor te zijn.

Slechts enkele uren later verwelkom ik de anderen terug aan de tent. Hevige wind maakte dat de kompanen zich er niet gerust bij voelden, en de hoogte hield Andreas opnieuw in zijn greep. Het plan om de dag erna de moeilijkere en – laten we eerlijk zijn – gevaarlijkere westroute te doen, overtuigde Maarten om met Andreas en mij mee af te dalen naar basecamp. Matty en Jozua, klaar voor de strijd, blijven wel nog een nacht om hun gooi naar de 6000 te doen.

Andreas, Maarten en ik houden vanuit basecamp de omgeving in de gaten.

De ochtend erop kiezen ook zij voor de veilige optie: wind en ceracs doen de westroute vervaarlijk ogen, dus de normaalroute wordt hun way to go. Het venijn zit hem in de staart, maar ook met deze moeilijkere sneeuw- en ijslengtes halen zij de top. Met hun eerste 6000’er in hun zak, dalen ook zij af tot in basecamp. Een drankje in de réfuge om het te vieren en wij beginnen aan de tocht naar Huaraz. Een echte maaltijd en een echt bed, dat hebben we nu allemaal wel verdiend.

Op naar tocht 2!

Op een windstil stuk achter de piek van de eerste gezamenlijke 5000’er: Ishinca. Achter ons de stevige 6000’er Ranrapalca.

Ook te lezen op de blog van Mount Coach.

One thought on “Primera semana en la cordillera blanca

Leave a comment